© 898vbdbat.nl * All rights reserved. Editors: Ben J. ten Brink / René Luijckx
Het VAMON rooster uitgelegd.
De ‘VAMON’, zoals het werkrooster van de afdelingen Verwerving(vwv) en Verwerking(vwk), in ons vakjargon genoemd werd, is een
werkrooster afgestemd op een 5-ploegen volcontinue dienst.
Met andere woorden: door 5 werkploegen in te zetten werd het mogelijk gemaakt om 24 uur per etmaal, en 7 dagen/etmalen per
week, personeel aanwezig te hebben om hun taken uit te voeren. Er was dus de klok rond, 365 dagen per jaar personeel aanwezig,
ongeacht weekend en/of feestdagen!
We gaan het ploegensysteem met zijn voor- en nadelen even nader bekijken.
Hier een overzicht van een (deel van een) willekeurige maand:
•V= vrije dag
•A= avonddienst van 17.15 tot 23.15 uur
•M= middagdienst van 12.15 tot 17.15 uur
•O= ochtenddienst van 07.15 tot 12.15 uur
•N= nachtdienst van 23.15 tot 07.15 uur
Een werkcyclus (één VAMON) duurt dus 5 dagen, waarin één vrije dag voorkomt. Als je het schema verder uitschrijft over het
héle jaar, zie je dat er 73 VAMONs in een jaar passen (73 x 5 = 365 dagen). Iemand heeft dus conform dit rooster, 73 vrije dagen
per jaar. En dat is niet in overeenstemming met de reglementen: alleen al aan weekenden heeft iemand met een 5-daagse
werkweek 104 vrije dagen. Het personeel dat volgens dit rooster werkte, kreeg dan ook 31 dagen per jaar zgn. ‘aanvullend verlof’
(=extra vrije dagen) die naar eigen behoefte en keuze konden worden opgenomen als een soort snipperdagen, ook om o.a. te voldoen
aan de regel: ‘indien noodzakelijk kan arbeid vereist worden op maximaal 26 zondagen per jaar’ (en dus niet méér).
Eén van de grote voordelen van deze extra ‘vrij opneembare verlofdagen’ was dat men zijn sociale, sportieve, kerkelijke of andere
contacten beter kon onderhouden.
Naar behoefte kon men een ‘losse dienst’ vrij nemen zolang de ‘minimum bezetting’ van een dienstdoende ploeg maar gewaarborgd
was. Zo kon iemand die uit principe liever niet op zondag werkte, die dag vrij nemen. Ook mensen die actief lid waren van een
sportclub, konden op deze manier trainingen bijwonen en wedstrijden spelen. Het verenigingsleven hoefde je niet te beëindigen
– een AV-dag gaf je de gelegenheid om activiteiten bij te wonen. Verjaardagen hoefde je niet perse af te zeggen en kon je d.m.v.
zo’n AV-dag op te nemen, toch vaak bijwonen.
Een ander ‘voordeel’ van deze ploegendienst was dat een gemiddelde werkweek 32,5 uur
telde! En er stond toch een ‘vol’ salaris tegenover omdat de zwaarte van de functies het
tekort aan arbeidsuren compenseerde. Ook de maandelijkse onregelmatigheid-
toeslag was altijd een prettige bijkomstigheid. Deze toeslag moesten de militairen ontberen
(die dat begrijpelijk niet leuk vonden en el eens tegensputterden) maar zij hadden weer een
gratis geneeskundige verzorging/verzekering terwijl de burgerambtenaren een volle
particuliere ziektekostenverzekering moesten betalen.
Natuurlijk heeft men in het begin van de jaren 70 (vorige eeuw) geprobeerd om de
gemiddelde werkweek voor burgers met een paar uur te verhogen door burgerpersoneel ook
de ochtend vóór de middagdienst, enkele uren in te zetten, maar dat was niet toegestaan op
de organieke functie en men moest dan zoeken naar andere werkzaamheden die door de
burgers op hun werkniveau uitgevoerd
zouden kunnen worden. Het bleek geen haalbare kaart en de extra uren verdwenen weer,
ook omdat duidelijk werd dat de organieke werkuren zwaar genoeg waren.
Erg in trek om vrij te nemen waren natuurlijk de nachtdiensten! Nam je die vrij, dan was je na
je ochtenddienst zomaar 2,5 dag aaneengesloten vrij en je bioritme raakte niet van slag!
De Aanvullend Verlofdagen (AV-dagen) werden ook fanatiek ingezet bij het plannen en
aanvragen van de zomervakanties: buiten deze AV-dagen had je n.l. ook nog je reguliere en
jaarlijkse vakantiedagen en een vijftal extra compensatiedagen voor de feestdagen die niet in
het weekend vielen. En zo kon je zonder al teveel moeite 6 VAMONs achter elkaar (30 dagen) vakantie opnemen, als dat tenminste
qua minimum bezetting van je ploeg gedragen kon worden. Want de koek moest natuurlijk wel verdeeld worden.
Juist het flexibel opneembare karakter van die Aanvullend Verlofdagen maakte het voor het personeel aantrekkelijk om deel uit te
maken van de ploegendienst. Het was vaak voor jonge gezinnen ook een mooie oplossing om hun ‘eigen bezetting in het gezin’
gunstig te regelen. Vaders in de ploegendienst waren veel overdag thuis, bij het gezin, omdat zij veel ’s-avonds en ’s-nachts werkten.
Ook veel dienstplichtigen waren geplaatst in de ploegendienst. Voor hun was het minder aantrekkelijk om een losse dag vrij te nemen
omdat dit eventueel extra reiskosten met zich mee bracht waarvoor zij geen vergoeding kregen. Zij kregen slechts 2x per maand een
‘vrij vervoer’ terwijl zij sowieso al 6x per maand van en naar huis reisden. En er waren er bij die in Zeeuws-Vlaanderen en op Texel of
Ameland woonden!